Ik geef er niet graag aan toe, aan die bewusteloosheid. Altijd wil ik maar geëntertaind worden, of gedachten hebben die me het gevoel geven dat ik zinvol bezig ben, maar ik kan niet anders en verlies elke keer weer het ‘gevecht’.
Gisteren ging het een beetje anders. Het is moeilijk onderzoek te plegen naar dit gebied waar je bewusteloos wordt. Als ik ‘s avonds mijn ogen dicht doe, verschijnen er toch allemaal beelden voor me. Alsof mijn ogen ook niet willen slapen. Ik zie dingen. En gedacht komen ook vanzelf. Dat is een beetje alsof ik een stem hoor praten.
Dus gisteren lag ik naar mijn beelden te kijken en naar mijn gedachten te luisteren. Vermoeidheid deed zijn ding en mijn beelden werden een beetje rommelig. Op het laatst zag ik een mens met krabbenpoten. En ik herinner me dat mijn gedachte was: “Nee, dit slaat nergens meer op, die beelden die nu gemaakt worden. Nu moet je toch maar gaan slapen, want hier kan ik niets zinnigs meer over zeggen.”
Kan ik nu concluderen dat ik twee bewustzijns heb? Eentje die beelden maakt en eentje die praat. De beeldenmaker laat plaatjes zien en de praatjesmaker geeft daar zijn mening over. En de beeldenmaker valt eerder in slaap dan de praatjesmaker, want de praatjesmaker kon nog kritiek geven toen de beeldenmaker er een zooitje van maakte, naar zijn mening.
En wie ben ik?
Praatjes en plaatjes, ik geniet ervan.